vrijdag 10 oktober 2014

Meerwaardebelasting 

De laatste tijd komt het onderwerp meerwaardebelasting vaak in het nieuws.

Het punt dat ik hier wil maken is dat er verschillende manieren zijn om belastingen te heffen op kapitaalsinkomen maar dat sommige manieren meer welvaartsvernietigend zijn dan andere.
Een voorbeeld : we gaan uit van een belegging die 30 jaar duurt en start bij 100 €, 5% per jaar opbrengt in een wereld waar de prijzen heel de tijd dezelfde blijven (de levensduurte verandert niet wat het ons gemakkelijker maakt de resultaten te vergelijken).
De overheid rekent een meerwaardebelasting aan van 25%.
In het ene geval gaan we er van uit dat de overheid deze meerwaardebelasting voortdurend int (elke dag, elke minuut, elke seconde … een continue belasting dus).
In het andere uiterste wordt de meerwaardebelasting in één keer opgevraagd op het einde van deze 30 jaar.
In het geval dat de overheid het niet kan nalaten elk vermogenswinstje onmiddellijk te belasten, blijkt het dat die overheid na 30 jaar 66.58 Euro heeft geïncasseerd en de spaarder 299.75 Euro in bezit heeft.
Wanneer de meerwaardebelasting pas na 30 jaar ineens afgerekend wordt, krijgt de overheid 83.05 Euro en heeft de belegger 349.15 Euro.
Beide zijn dus beter af.
Het voorgaande blijft eveneens waar met elk ander rendement en een kortere of langere periode.
Een jaarlijkse meerwaardebelasting is beter dan een continue belasting maar een tweejaarlijkse meerwaardebelasting zou nog meer een win-win situatie opleveren.

De uitleg voor het voorgaande is dat vermogen de tijd moet krijgen om te groeien.
Te snel kortwieken straft niet alleen de spaarder en de overheid zelf af maar remt uiteindelijk ook de investeringen.

Er is nog een reden waarom het voor de overheid niet interessant is om meerwaarden op korte termijn te gaan belasten.
Het inkomen voor de overheid wordt dan zeer onregelmatig.
Sommige jaren zullen er helemaal geen meerwaarden zijn wanneer bv. de rente stijgt of de beurs het slecht doet.

Het is natuurlijk ook niet erg praktisch om na 30 jaar een gepeperde belastingrekening te moeten betalen.
Maar wat als we een stap verder zouden gaan en meer belasting gaan innen bij het overlijden?

Let wel : dit is zeker geen pleidooi voor meer belastingen.
Wanneer de deflatie om de hoek loert kan elke vermindering van koopkracht best vermeden worden.
Wel kan er een verschuiving plaats vinden naar een hogere belasting op erfenissen en kunnen bv. rente en dividenden minder zwaar belast worden.

Er is nog een andere reden waarom we ons meer zouden moeten focussen op het erven.
Het is namelijk een bron van ongelijkheid.
Aangezien kapitaal waarvan de inkomsten herbelegd worden een exponentiële groei kent, is het mogelijk dat rijkere gezinnen die slechts een deel van hun inkomsten uit kapitaal nodig hebben om te leven, zodanig hun vermogen kunnen laten groeien dat hun erfgenamen een leven kunnen beginnen met een even groot of groter vermogen.
Een mogelijke oplossing is van schenkingen en erfenissen gelijk te behandelen en eerder te gaan kijken naar wat een persoon in totaal ontvangen heeft aan schenkingen of erfenissen.
Het lijkt logisch dat naarmate men meer ontvangt of jonger is, men ook meer aan de gemeenschap moet afdragen.
Dit is een correctere aanpak dan vermogenswinsten belasten tijdens het leven.
Van levenden kan men nooit weten of hun vermogen nu het gevolg is van werken en sparen of van een toevalligheid zoals een erfenis.

De mogelijkheid om iets na te laten aan de volgende generatie is voor velen een levensdoel.
Maar het gedachte-experiment waarbij als limietgeval alle erfenissen en schenkingen wegbelast worden is wel leerzaam.
In dat geval zijn we ook zeker dat alle vermogen dat opgebouwd wordt ondubbelzinnig afkomstig is van werken en sparen.

Ook hier pleit ik voor geleidelijkheid en respect voor de verliezers die er bij elke wijziging zijn.
Maar binnen het tijdsbestek van een generatie zou het toch mogelijk moeten zijn het zwaartepunt te verschuiven naar erfenissen. 


Herman Stuckens

Geen opmerkingen:

Een reactie posten